Centraal Sula(weg)wesi

11 oktober 2015 - Ampana Kota, Indonesië

Rond een uur of 5 draait onze Boeing 737-900 een laatste rondje over de baai van Palu, en komt dan met een smak op het asfalt terecht. De hoofdstad van centraal Sulawesi, wat moeten we ons daar bij voorstellen? De taxichauffeur weet gelukkig direct waar hij heen moet als we onze hotel reservering laten zien. Niet veel later arriveren we bij de Kampoeng Nayalan, 6 kamers, en duidelijk nog 6 in aanbouw. We hoeven morgen dus geen wekker te zetten, want er wordt druk getimmerd en gezaagd. De hotel eigenaresse spreekt een aardig woordje Engels, maar het verdere personeel niet. Onze kamer is prima! Het hotel blijkt ook een enorm groot restaurant ernaast te hebben, met feestzaal. Hoewel dus ruimte voor velen, is de tent uitgestorven rustig, en we worden dan ook direct door het voltallige personeel geholpen als we aan komen lopen. Het eten is meer dan prima. We pakken onze vertrouwde informatiebronnen erbij om eens te kijken wat hier allemaal te beleven is. Een korte conclusie volgde, vrij weinig! Er wordt gesproken over een nationaal park in de buurt met bijzondere vogels en een bergbeklimming. Bij navraag blijkt dat park 7 uur rijden te zijn. Niet dat het zo heel ver is, maar de wegen zijn hier erg slecht, en het openbaar vervoersnetwerk onbetrouwbaar, dus daar zouden we meerdere dagen voor uit moeten trekken. En we hadden net zo'n zin om het even rustig aan te doen. Dat wordt hem dus niet. Maar dan? Dan komen we erachter dat er bar weinig te doen is in Palu. We besluiten de volgende dag maar het stadje zelf in te gaan, hopende op iets leuks. Er wordt een taxi gebeld, en uiteraard wil de man weten waar we heen willen. 'Center' snapt hij niet, evenals 'stores', 'church', 'town', enzovoorts. Dan brengt het woord 'Mall' (winkelcentrum) licht in de duisternis, en hij rijdt weg. We willen best naar een winkelcentrum, maar weten niet hoeveel er precies zijn. Vragen welke het grootste is heeft geen zin, dat snapt ie nooit! En dus wachten we af, en even later worden we afgezet bij een winkelcentrum. Maar dan echt een oud pand met derderangs artikelen erin zeg maar. Niet wat we in ons hoofd hadden dus. Bij binnenkomst worden we weer aan alle kanten aangestaard, maar echt alsof we van een andere planeet komen. Het wordt zelfs een beetje vervelend. Gauw weg hier! We lopen snel weer naar buiten, en moeten dus gelijk weer vervoer zien te regelen. Het woord Taxi zal toch wel internationaal genoeg zijn? We vragen een winkelier waar we een taxi kunnen nemen. Hij wijst vrolijk naar een taxi die op de grote weg langs rijd. Ja, zo ziet een taxi eruit, dat snappen we, maar waar stoppen ze? Dan zien we een gepimpt busje langs de kant vd weg stil staan en die wil ons wel wegbrengen. Ander winkelcentrum graag, en na toch best nog een stukkie rijden zijn we bij Palu's nieuwste winkelcentrum beland. Ziet er prima uit, en lekker groot ook. Zo lopen we wat langs de winkeltjes, en vinden zelfs een bioscoop op de bovenste verdieping. We drinken bier met appelsmaak (yuck!) en vinden een restaurantje met een prachtig uitzicht over de baai. We hebben nog drie dagen om in ampana aan te komen, en we willen de busrit naar Ampana (11 uur) graag in 2en hakken. Dat betekent dat we morgen dus een laatste dagje in Palu verblijven, en aangezien hier weinig te doen is, wordt dat dus weer een dag niets doen. Gelukkig hebben we een prima kamertje, en we ontdekken ook de volgende ochtend dat we nog twee reisspelletjes mee hadden. Die worden erbij gepakt, en zo vliegen de Bonanza bonen ons de rest van de namiddag om de oren.
Vandaag beginnen we aan het eerste deel van onze reis naar Ampana. Om 15:00 worden we eerst naar het busvervoer bedrijfje gebracht, en ook hier zijn we als duo lang&blank een plaatselijke attractie. Ademloos staart men ons aan, zodat we maar even ergens anders gaan zitten. Ons vervoer is een minibusje, waar we tot nu toe dus nog niet zulke hele goede ervaringen mee hebben. Niemand van het gehele busbedrijf spreekt ook maar een woord Engels, dus we houden ons briefje waar duidelijk onze eindbestemming op staat duidelijk bij de hand. Dan mogen onze mega backpacks eindelijk het laadruim van het busje in, en willen we instappen. Maar dat gaat zomaar niet! Nee, we moeten prompt een ander krakkemikkig busje in. Huh? We staan erop dat we bij onze bagage blijven, want van de waarde van mijn duikset kan de hele straat hier een maand op vakantie. Maar nee, in het Indonesisch wordt ons keurig uitgelegd wat de bedoeling is, maar daar verstaan we dus geen woord van. En nu? We laten ons maar meegaan in het proces. Dan rijdt het krakkemikkige busje met ons weg, en we snappen allebei niet waar deze constructie goed voor is. Dan rijden we de stad helemaal uit, en nog steeds snappen we er niets van. Dan rijden we iets binnen wat lijkt op een busterminal, en stappen we weer uit. Tot onze verbazing staat achter ons de initiële bus met dus onze spullen! Ok, snel zitten dus, en we gaan op weg. De wegen hier in Sulawesi variëren tussen prima ZOAB, kiezeltjes, stof wegen met enorme gaten erin. Uiteraard wisselen deze types zich per 10 km af. Zo hobbelen we 5 uurtjes door het Sulawesiaanse landschap. De rijstijl van de chauffeur doet ons vermoeden dat hij zijn rijbewijs in Java heeft gehaald, want hij rost het busje alle kanten op, en van anticiperen op het andere verkeer heeft ie nog nooit gehoord. Lon hangt de hele rit wat gespannen aan de gordijnrails en houdt alles goed in de gaten. Eindelijk bereiken we dan onze tussenstop Poso. We hebben een shabby hotelletje, waar het gilt van de muggen. Snel wordt onze meegebrachte klamboe geïnstalleerd, en snel liggen we in ons mandje. De volgende dag vervolgen we onze reis naar Ampana, met wederom een minibus, en wederom 5 uur lang. Gelukkig is deze chauffeur een stuk beter, maar is deze keer het busje zelf van mindere kwaliteit. Met blauwe billen komen we dus eindelijk Ampana binnen hobbelen. Dit stadje ligt aan het water, en geldt als toegangspoort voor de Togean Islands, een van de hoogtepunten van onze reis (hopen we!). Hier zullen we twee nachten moeten verblijven, want onze boot gaat dan pas. Ons hotel is prima, maar het personeel is weer lekker pro-actief (maar niet heus), weet niets van de omgeving en spreekt geen enkel woord Engels. Het zal wel. Het eerste wat ons opvalt is de immense hitte overdag, het tweede zijn de altijd aanwezige muggen. En oh oh, wat vinden ze ons lekker! Smeren dus, en we zijn inmiddels ook al begonnen aan de malariapillen. In een poging om de volgende dag (per fiets!) ampana te verkennen, komen we er al snel achter dat er ook hier weinig te doen is. Ohja, weet u die immense hitte nog?! Na 10 min fietsen zijn we dus redelijk oververhit. En ook hier worden we overal aangestaard, nageroepen en willen ze maar al te graag met ons op de foto. We besluiten dan ook maar om wat bij ons hotel rond te hangen, en ons met hier en daar een vleugje wifi (als de wind goed staat) te vermaken. We kopen een kaartje voor de boot, en zijn helemaal klaar om het vasteland (weer) te verlaten. Kom maar op met die Togians!

3 Reacties

  1. Lisette:
    11 oktober 2015
    Veel plezier op de Togean Islands!
  2. Ruud Denekamp:
    12 oktober 2015
    Veel plezier op de Eilanden en ene goede bootreis.
  3. Claudia Eibrink Jansen:
    12 oktober 2015
    Zo ik ben weer helemaal bij met jullie reisverhalen. Geweldig leuk om te lezen wat jullie allemaal doen, geniet van de Togean Islands!