Togian Islands

21 oktober 2015

Na het ontbijt in ons hotelletje pakken we de tassen in, en maken ons klaar voor onze trip naar de Togean Islands. Dit gaat een van de meest afgelegen gebieden van onze reis worden, en we hebben eigenlijk geen idee wat we precies kunnen verwachten. Allereerst moeten we naar de haven van Ampana zien te komen, en dat blijkt al een kleine uitdaging, want taxi's of bemo's zijn er niet in Ampana. Toch is het personeel van ons hotel nog verrassend creatief, en worden er in totaal drie scooters met chauffeur geregeld. Even later zien de inwoners van Ampana ons dus met alle tassen in colonne langs crossen, en dat zien ze duidelijk niet elke dag. Eenmaal in de haven ligt de ferry naar onze eerste bestemming al klaar. Een redelijk grote boot met twee dekken, met op elke verdieping weer twee houten etages waar je in kunt liggen. Uiteraard heeft iedereen weer van alles mee, en wordt er binnen volop gerookt. We vinden een plekje benedendeks en eigenlijk zitten we, ondanks het ontbreken van stoelen, best ok. De boot vertrekt uiteraard niet op tijd, maar dat geeft niets. Zo varen we in vier uur naar het eiland Wakai, een knooppunt voor de Togeans. We hebben trouwens voor onze eindbestemming gekozen voor het vulkanische eiland Una-una, dus we zullen vanuit Wakai nog een boot moeten nemen. Deze gaat echter maar drie keer per week, en helaas sluit het schema niet echt aan, waardoor we dus een nachtje op Wakai moeten blijven. En daar is de keuze niet echt ruim in. Bovendien staat er niets bruikbaars over de gehele Togeans in onze LP, en ook niet op het internet. Dat wordt dus rondvragen. Gelukkig hebben we al eerder via whatsapp een tip gehad voor een guesthouse, en daar vragen we dan ook naar. Vlak bij de haven ligt Uni's Losmen, een klein en erg simpel verblijf. Eigenaresse Uni blijkt een schat van een mens, en wijst ons onze kamer. Tja, veel soeps is het niet, maar we hebben weinig andere keus. Voor het avondeten maakt de oma voor ons gebakken rijst, en uit verveling gaan we maar vroeg naar bed. En hoewel Wakai overdag een snikheet, armoedig en uitgestorven rustig vissersdorpje leek, blijkt dat snachts wel anders. Iedereen is de hele nacht bezig met water scheppen, muziek draaien, een buitenboordmotor proberen te fixen, en ga zo maar door. We doen daarom ook geen oog dicht en zijn blij als het weer ochtend wordt. Snel weg hier!
Diezelfde dag nemen we een volgende boot naar Una-Una. Deze is een stuk kleiner dan die van gister, en ook minder comfortabel. Maar ook hier vinden we een plekje op de (keiharde) houten dekplanken, en we zitten zelfs in de schaduw. Zo pruttelen we in wederom 4 uur naar Una-Una. Het eiland heeft dus 1 grote vulkaan, een klein dorpje, slechts 1 resort en verder heel veel bomen. In de haven is het dringen geblazen om de boot af te kunnen komen, want er blijkt ook een lading verse vis meegenomen vanaf Wakai, die ter plekke wordt verhandeld. En blijkbaar is die erg popular, want de lokale vrouwen schreeuwen om het hardst. Gelukkig ligt er ook een klein speedbootje klaar voor ons om ons naar ons resort te brengen, en 15 minuten later zetten we voet aan wal bij Sanctum. Eigenaresse Emmi, een relatief jonge (27 blijkt later) Finse en haar indonesische man Andrey (25) runnen dit eco-resort met duikschool. Resort is misschien niet het goede woord, want het geheel is vrij basic, maar gloednieuw en met een alternatieve maar leuke aankleding. Direct worden we verwelkomt door de andere gasten, en tevens door de drie honden en vijf geiten die ook op het terrein lopen. De bouwstijl van de kamers is voornamelijk hout met veel natuurlijk materiaal als decoratie. Dan blijkt dat onze kamer geen eigen badkamer heeft, en dat we die dus moeten delen met de rest. Nou, we kunnen beide wel een douche gebruiken, dus we staan in no time in het bad/wc hok. Marlon merkt op 'hé wat grappig, er hangt hier naast de douchekop een bordje met "verboden voor spinnen",en er hangt ook een enorme plastic spin naast........'. 'Nee schat, dat is een echte!' wist Stefan te melden. Een boel extra oogjes dus als je in je nakie staat. Overigens is het water hier koud, en moet je mazzel hebben of het uberhaupt is, dus basic is het zeker.

Emmi is super enthousiast (in alles eigenlijk blijkt later) en verzekert ons dat we hier een toptijd gaan hebben. Ok, we zien het wel. We ontmoeten de rest van het personeel, en ook de gasten. Deze blijken voornamelijk westers (Oostenrijk, Frankrijk, België) en bijna iedereen is hier voor het duiken. De rest van de dag chillen we wat in de hangmat, en Sanctum lijkt een bepaalde rust uit te stralen die ons beiden erg goed bevalt. De maaltijden zijn inclusief, en worden door een Indonesische mama gemaakt en aan een grote tafel voor alle gasten geserveerd. Zo raak je dus al snel met elkaar aan de praat, en de gasten zijn erg gezellig. 'S nachts worden we wakker van een schurend geluid, haast in onze kamer. Bij nadere inspectie blijkt dat een van de koeien op het eiland op het terrein liep en blijkbaar erg jeuk had, en dat zo'n Fins huisje met ruw hout uitstekend is om lekker tegen aan te schurken. En wij waren zegmaar net een beetje gewend aan alle insecten 's nachts.......op Una-Una kan het allemaal!

De volgende dag is het tijd voor duiken, waar we allebei erg veel zin in hebben. Una Una blijkt nog een erg onontdekt gebied, en de meeste duikplekken liggen op 10 minuten varen, pal voor de deur dus. Eigenaresse Emmy neemt ons de eerste dag mee, en dat stelt alles behalve teleur. Het koraal is hier in uitmuntend goede staat, en de vissen zijn er dan ook in overvloed. We doen hier vanaf nu elke dag twee duiken, en we zien geen enkele plek twee keer. Stefan doet daar nog wat nachtduiken bij, en neemt zelfs het personeel van het resort (de lokale jochies die de spullen zeulen en de boot besturen) mee voor twee duiken op het huisrif (als nieuwbakken instructeur). Dat vinden ze duidelijk geweldig, en we kunnen de rest van de week niet meer stuk bij ze. Het valt op dat iedereen een plekje krijgt in een soort mini-gemeenschap. De ene gast is grafisch ontwerper, en helpt mee voor een nieuwe folder, de ander is yoga instructrice en geeft wat yoga klasjes, en weer een ander geeft hier en daar een duikles (ikke!). Als dank krijgt iedereen die meehelpt weer een beetje korting hier en daar. Best grappig. We hebben goed contact met Emmi en Andrey, en op een dag vragen ze ons mee om een nieuwe duikplek te gaan ontdekken waar dus nog nooit is gedoken. Nou, dat willen we wel! We gaan daarvoor s ochtends vroeg op pad, en varen helemaal naar de andere kant van het eiland. De eerste plek wordt door een lokale visserman aangewezen, en zou erg diep zijn; potentieel een goede plek om haaien te kunnen spotten. We trekken de duiksets aan en springen overboord. Daar zwemmen we loodrecht naar beneden, om een enorme geul te ontdekken. Haaien vinden we niet, maar het immense bodemlandschap is prachtig. Dan schrik ik enigszins als mijn dieptemeter 43 meter aangeeft, wat toch echt wel meer dan het maximum met deze spullen is. We stijgen weer op en doen voor alle zekerheid een drietal decompressie stops. Na 34 minuten zijn we weer boven. Prachtige duik! Na een uurtje op het strand te hebben doorgebracht is het tijd voor een tweede plek. Deze is gelukkig niet zo heel diep. We beginnen in een lagune van zeegras, wat al snel verandert in een aflopende helling. Daar spotten we een gigantische steenvis, welke bekend staan als meest giftige vis ter wereld. Alleen kijken dus. Dan ontvouwt er zich een koraalrif op een rond plateau, met enorme scholen vissen. Hier spenderen we de rest van onze meegenomen lucht, en we weten haast niet waar we moeten kijken, zo veel vis als er zit. De vissen zelf lijken verbaast ons te zien, maar dat is ook niet gek gezien de maagdelijkheid van deze duikplek. Dit is de mooiste plek die we op Una Una uiteindelijk zien, en eenmaal terug op de duikschool wordt ons gevraagd een naam te verzinnen. Wat een eer! We kiezen uiteindelijk voor: Atlantis, naar de legende van de verzonken stad. Ondertussen vliegen de dagen voorbij, en zijn we beiden erg goed in ons element. Toch komt er ook weer een eind aan ons verblijf na 5 dagen, en moeten we weer op de boot richting het vasteland. Gelukkig hebben we daarbij gezelschap, want een Frans stel waar we die week veel mee optrokken gaat dezelfde richting op, en ook Emmi en haar man zullen we later op onze terugreis nog gaan ontmoeten. De volgende dag nemen we wederom de lokale boot terug naar Wakai. De boot is kleiner dan de vorige keer, en zit bovendien propvol met hout! Daardoor moeten de passagiers dus maar op de ruwe planken gaan liggen, want veel ruimte is er niet over. Toch is er in het ruim nog een plekje waar we prima passen, en waar zelfs wat zacht materiaal op de grond ligt. Als alle passagiers aan boord zijn, komt er nog iemand de kade op lopen met aan een touw een enorme stier. Leuk, die komt vast even kijken, dachten we. Toch snappen we al niet veel later wat de bedoeling is, de stier moet ook mee! Ik schat het verschil tussen de hoogte van de kade en het dek zo'n 2 meter, en niks geen trappetjes of hijsgetouw in de buurt. Hoe gaan ze dat in godsnaam voor elkaar krijgen?? Nou, ook dit gaat weer op z'n Indonesisch. Eerst worden de poten van de stier aan elkaar gebonden, en wordt het beest op de grond gewerkt. Dan is er een plankje van maximaal 40 cm breed waar ze hem langs naar beneden willen laten glijden, wat aanvankelijk goed gaat, totdat de veel te zware koe de laatste 1,5 meter gewoon op het dek kwakt. Maar dan? Dan slepen ze het geheel naar binnen, en bleek het speciale ruimste plekje wat ik eerder beschreef dus gereserveerd. Uiteindelijk staat het beest dus gewoon in het ruim, en kunnen we ernaast gaan zitten. Als er dan ook een tweede koe aan komt lopen is het feest compleet. Uiteindelijk zijn we dus met houtstapel, veestapel en toeristen op pad gegaan. Eenmaal op wakai stappen we over op de nachtboot die ons in 12 uur naar het noordelijk gelegen Gorontalo varen. En ook dit gaat op z'n Indonesisch. Het Franse stel heeft dit al vaker gedaan, en kent dus de tips en trucs. Hoewel er een business klasse is, staat daar de hele nacht een TV aan, is er licht, en wordt er in de afgesloten ruimte continue gerookt. Dan is er de economy klasse, waar iedereen hutje mutje op elkaar zit, ook binnen, ook licht, ook roken. De truc is om een matrasje in de business klasse te scoren, en buiten midden op het achterdek een plekje te vinden. Dat lukt, en niet veel later vertrekt de enorme stalen veerboot Tuna Tomini richting open zee. De avond valt, en op het dek is het goed donker en redelijk rustig. We slapen onder een prachtige sterrenhemel, en het is snachts nog best frisjes. Toch slapen we boven verwachting nog wat uurtjes, en komen om 6 uur aan in Gorontalo. Daar hebben we (gelukkig) een reservering voor een redelijk luxe hotel, en kunnen we gelijk voor het ontbijt aanschuiven. Onze kamer is heerlijk, en de warme douche (die we dus meer dan een week niet hebben gehad) is zoniet nog beter. Daar doen we allebei nog een tukkie om de laatste restjes slaap nog even in te halen. Smiddags doen we nog wat inkopen in het winkelcentrum van gorontalo, er savonds spreken we af met het Franse stel, en Emmi en Andrey voor een echte Indonesische Bakso (soep met ballen) en een biertje na afloop en het is beregezellig. Dan nemen we toch echt afscheid van iedereen, en gaan we terug naar ons hotel. Wat een avontuur op de Togians!

Foto’s

4 Reacties

  1. Laura:
    21 oktober 2015
    Als eerste een duiklocatie ontdekken en dan ook nog de naam mogen verzinnen. Dat is voor een echte duik fanaat wel een hoogtepuntje. Atlantis....Ik voel weer een Suske en Wiske titel aankomen.
    Leuk dat jullie reis afgewisseld wordt met luxe en basic. Zo beleef je wel het echte Indonesië.
    Op naar het volgende avontuur!
  2. Lida:
    21 oktober 2015
    Wat een belevenis weer en leuke ervaringen en wat gaat het snel over anderhalve week alweer terug, dus nog even lekker genieten. Xxx
  3. Thea:
    21 oktober 2015
    Wat weer mooi opgeschreven. Je weet, ik denk in beelden, zie alles voor me wat je schrijft. Het onderwaterleven, de bootjes, die stier en koe.... En dan geschiedenis geschreven een naam gegeven aan een nieuwe duikplek. Niet te geloven. Atlantis voor altijd! Nou daar had ik ook wel een koude douche voor over! Wie verre reizen maakt kan veel verhalen, dat klopt wel deze reis! Al zal ik straks blij zijn als ik jullie weer zie. Steef en Marlon geniet nog maar lekker en kom gezond weer thuis. Xje mam
  4. Ruud Denekamp:
    21 oktober 2015
    Klinkt weer allemaal heel bijzonder, deels spannend en lijkt wel een groet ontdekkingsreis. Fijn dat het zo goed gaat en dat jullie het zo naar de zin hebben. Nog ff, gaat sneller dan je denkt en ter geruststelling, het regent, begint kouder te worden en ...Hans leeft nog.