Ubud: waar alles kan en zeker niets moet!

30 september 2015 - Ubud, Indonesië

De volgende dag is het al weer tijd om te verplaatsen, en we worden keurig netjes door onze bootmaatschappij opgehaald bij onze homestay. De boottocht naar Sanur is slechts een half uurtje, waarna we die ons weer terug op Bali bevinden. Voor onze volgende locatie hebben we gekozen voor Ubud, een van de meer authentieke en culturele plekken op Bali. Om ook weer de relaxstand wat op te kunnen zoeken, besluiten we hier 4 dagen te blijven en daarvoor een lekker luxe resort op te zoeken. Nou, dat is gelukt. Ons verblijf is net geopend en heeft slechts 4 kamers. Marlon vindt bij wijze van verrassing een bad in onze mega badkamer, en daar lijkt ze echt aan toe. Om ons de komende vier dagen goed mobiel te laten zijn, huren we na onze goede ervaringen in Nusa Lembongan ook hier een scooter voor welgeteld 5 hele euro's per dag. Hoewel het verkeer hier duidelijk drukker is dan in Nusa Lembongan, mag dat gelukkig de pret niet drukken, en kachelen er al snel twee westerse toeristen met helm richting het centrum van Ubud. Gewapend met onze LP en een smartphone met internet, schakelen we de vele louche reisburootjes volledig uit, en maken we een plan voor de komende drie dagen. Gezien onze mobiliteit lijkt het ons leuk om de omgeving eens zelf te gaan verkennen. Op het web vindt ik een reisdagboek van een Engels stel met een dagroute, inclusief een hele rits geïntegreerde toeristische attracties. Dat lijkt ons wel wat, en de volgende dag zitten Bob en Annie (de Rooij) saampjes op de scooter, vanaf nu bekend als onze Balinese grasmaaier. Onze eerste locatie is.....het benzinestation! Want ook dat moet je meegemaakt hebben in/op Bali. Hier wordt de tank keurig voor je gevuld, en blijkt dit ook nog eens geen drol te kosten (€1,30 voor een volle tank). De dan nu echte eerste stop is de olifanten grot, een uit steen gehouwen sierlijk gedecoreerde grot uit 900 na Christus. Uiteraard is het geheel vergezeld door een hindoetempel waar overal kleine offers worden gedaan. De waterbassins met vele beelden maken het geheel af. De vrouwtjes bij de verkoop stalletjes zijn hier behoorlijk opdringerig, en 'nee' kennen ze hier absoluut niet. We kijken een half uurtje rond, en besluiten dan weer verder te gaan. De volgende stop is weer een tempel met een moeilijke naam, en hoewel het straatje erg klein is, hebben de enorme tourbussen toch ook allemaal hun weg hier naartoe weten te vinden, en het is hier dan ook duidelijk een stuk drukker. We dalen eerst 273 treden af naar beneden om weer een tempel te vinden. Wel is er hier een fraai stuk regenwoud bij, en de wassende rivier maakt het geheel af. De tempel is uitgestrekt over het terrein, en overal zijn weer veel tierelantijntjes en wierook te vinden. Ook hier scharrelen we wat rond, en maken ons klaar voor het volgende been in onze trip, richting de vulkaan Kintamani, gelegen op het midden van het eiland. De weg loopt steil omhoog, en de temperatuur daalt voelbaar met elke kilometer die we rijden. Dan zien we aan ons linkerhand een koffieplantage die ook in de reisbeschrijving voor kwam. We besluiten een kijkje te gaan nemen, en voor we het weten lopen we met onze gids door de plantage. We zien en krijgen uitleg over de koffiebessenstruiken, en wat nu precies het verschil is tussen Robusta en Arabica. Ook zien we een oude bekende, de Civetkat, want ook hier wordt er Luwak koffie geproduceerd. Maar deze plantage heeft meer dan dat. We zien, voelen en ruiken ook Kaneelboom, vanille, Mango, en passievrucht. Leuk! Dan blijkt dat ze hier van bijna elke vrucht een soort thee maken, en dat mogen we proeven, op een bankje en met een prachtig uitzicht over de vallei. Ook bestellen we er nog een Luwak koffie bij, want ik heb wel trek in een bakkie! Gelukkig is deze hier gefilterd (bij de vorige lag de koffieprut gewoon op de bodem van je kopje), en dat smaakt een stuk beter. Daarna is het weer tijd om te gaan, maar niet voordat we even langs het winkeltje een doosje mangosteen thee hebben gescoord (lekker!!!). Even later rijden we weer verder omhoog richting de vulkaan. Eenmaal aan de top hebben we een mooi uitzicht over de vulkaan en het enorm blauwe bergmeer. We lunchen met dit panorama in zicht, en rijden nog een stukje verder richting het meer. Bij nadere inspectie van onze GPS, blijkt dat we haast weer aan de noordkust van het eiland zijn! Zo relatief klein is Bali dus.... We besluiten weer richting huis te rijden, en op de terugweg vinden we nog een korte stop bij wat rijstterrassen. In totaal 1,5 uur rijden we weer terug naar Ubud. Met allebei geen kont meer over, maar met een voldaan gevoel springen we nog even in het zwembad.

Ubud staat bekend om zijn cultuur, en een daarvan is de Balinese keuken. Om die te ervaren is niet zo moeilijk, maar om die te reproduceren is meer nodig. We gaan daarom ook vandaag beginnen met een kookcursus. Om half tien worden we verwacht in de kookschool, en daar worden we zeer hartelijk ontvangen door Uday, onze Balinese kookjuf. De klas loopt vol met toeristen uit alle uithoeken van de wereld, en binnen de kortste keren zit iedereen met elkaar te kletsen; leuke groep dus. Dan begint Uday aan haar introductie, en schroomt daarbij niet om veelvuldig in een zijstraat verhaal te stranden. Ze lacht wat af, en het is allemaal erg aanstekelijk. We gaan beginnen met kruiden en ingrediënten hakken. Maar echt veel, want er worden in totaal vier kruiden pastas gemaakt, dus de knoflook, chili, sjalot en citroengras vliegen je om de oren. Ondertussen krijgen we van allerlei praktische informatie over hoe je de kruiden gebruikt, en ik verbaas me over hoe goed Uday het hele zootje erbij betrekt. Iedereen krijgt alles mee, en als onze boemboe's gehakt en vermalen zijn is het tijd voor het echte werk. We maken een curry met tonijn, en ook makreel pakketjes van bananenblad, welke worden gestoomd. Ook is er zoetzure salade, en leren we wat een Bali Pinch (snufje; een hele hand hier!) en een Bali Dash (drupje; een enorme scheut!) zijn. Dan is het tijd om alle creaties op te eten, en man wat is het lekker! We praten nog wat na, en nemen daarna al weer afscheid. Gelukkig krijgen we alle recepten mee, en ik kan eerlijk gezegd niet wachten om dit thuis eens uit te proberen. We hebben echt het gevoel dat we wat geleerd hebben!

Na de cursus springen we weer op onze grasmaaier en rijden we naar het Monkey forest. Een prachtig bos met twee tempels en overal (ja echt overal) los lopende aapjes. Ze zijn zeker niet bang en springen af en toe op een schouder om een tas te besnuffelen of uit je hand te eten. Maar kijk ze niet aan en aai ze niet, want worden niet blij van. Na een uurtje hebben we het wel weer gezien en gaan we nog even relaxen om ons op te maken voor het volgende avontuur: de Giangiar Pasar Malam. De wereldberoemde (in Bali althans) nacht markt. We lazen hierover, en dat er zelfs excursies naartoe gingen omdat er daar zulk authentiek Balinees eten te krijgen is. Klinkt goed dus. Rond 18:00 vertrekken we op de grasmaaier richting het verder gelegen dorpje. Na een half uurtje vinden we de nachtmarkt, met verbazingwekkend weinig toeristen. Sterker nog, we komen slechts 1 ander blank stel tegen (met gids). Geheel op eigen houtje struinen we de stalletjes af, en het ziet er allemaal erg lekker uit. We strijken neer voor een Nasi Campur, en de dames bij het stalletje lachen wat af om ons, maar spreken geen woord Engels. Toch lukt het prima, en even later zitten we weer bij een ander kraampje om de Babi Gulung (speenvarken) te proberen, en weer wat later eten we een soort oliebollen met vruchtjes en groenten. Superlekker allemaal, en het kost geen drol. Nu met twee volle buiken, zijn we weer terug gereden naar Ubud, en wederom zijn we moe van alle indrukken.

Die nacht slapen we allebei als een baby, want we hebben eindelijk een equilibrium gevonden tussen de stand van de Airco en de dikte van de deken. Vandaag gaan we even investeren in onszelf, want een must-do in het rijtje van Ubud activiteiten staat op het programma: een Spa bezoek met een traditionele Balinese massage! Eerst lunchen we wat in de stad, en rijden daarna door naar de Tamarind Spa. De tuin van het complex is al bijzonder mooi en rustiek, dus dat schept verwachtingen. En we worden niet teleurgesteld. In de speciale Couple's room krijgen we eerst een volledige (en best pittige!) massage, gevolgd door een scrub. Dan worden we een kwartiertje geweekt in een bad met bloemblaadjes, en tot slot is er nog een gezichtsbehandeling. Als twee herboren frisse hoentjes lopen we de tent weer uit. Dezelfde avond is onze laatste avond in Ubud, dus we lopen naar een restaurantje in de buurt, waar de internationale gerechten ons goed smaken. Uiteraard ontbreken de Bintangs hier ook niet op het menu. Als we nu niet meer lekker slapen na zo'n dag en zo'n afsluiter weet ik het ook niet meer!

Foto’s

5 Reacties

  1. Judith:
    30 september 2015
    Klinkt weer erg goed allemaal! En ik hou me graag aanbevolen voor een avondje Balinees eten, of een kleine kookcursus... Heerlijk! Geniet lekker verder X
  2. Cees de Geus:
    30 september 2015
    Of ik er zelf bij ben, leuk om dit te lezen.
  3. Ruud Denekamp:
    30 september 2015
    Begint nu toch haast een culturele reis te worden, geschiedenis, kook kunst, toe maar het kan niet op maar klinkt allemaal wel heel leuk (en lekker).
    Op naar het volgende eiland ..??
  4. Lida:
    30 september 2015
    Heerlijk verhaal weer en ik krijg gewoon trek, zo lekker klinkt het. Xxx
  5. Victoria:
    10 oktober 2015
    klinkt heerlijk allemaal, in mei mogen jullie ons weer tips geven;-)